Carina Kralt-Bos
 
artikelen - blogs - reisblogs

Nieuwe ruimte voor oude ideeën 

Oud-D66 politica Elida Tuinstra schreef in 1980 het baanbrekende essay ‘Liberalisme in Nederland’ (Liberaal Reveil, Teldersstichting, 1980). Dit essay blijkt nog verrassend relevant voor het huidige tijdsgewricht.

Inleiding

‘Het liberalisme is weer in discussie. Hoe kan dat?’ Met deze zinnen opende Elida Tuinstra destijds haar essay – woorden die ook direct toepasbaar zijn in het hier en nu. Immers, donkere wolken pakken zich al jaren samen boven bestuurlijk Nederland, getuige de vele crises en affaires waar we onder gebukt gaan. Je hoeft de krant maar open te slaan of een nieuwssite te raadplegen en er staat wel iets in over de problematiek rondom migratie, stikstof, klimaat of over de afhandeling van de toeslagenaffaire en de aardbevingsschade in Groningen. Er is eerder sprake van maatschappelijke dan economische crises en van verlies van vertrouwen in de politiek. Niets menselijker dan een schuldige aan te willen wijzen. Onze doorgeschoten welvaart, het klassieke kapitalisme en het liberalisme staan ter discussie. Hoe kan dat?

Elida Tuinstra

Elida Tuinstra (1931-2021) was een D66’er van het eerste uur. Ze start haar politieke carrière in 1970 als lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland. In 1977 maakt ze de overstap naar de landelijke politiek. Tot 1986 is ze lid van de Tweede Kamer en van 1991 tot 1999 van de Eerste Kamer. Diverse dossiers hebben haar aandacht maar de meeste affiniteit heeft ze met justitie, gezondheidszorg en vrouwenemancipatie. Ze maakt vooral naam als pleitbezorger voor liberalisering van abortus en euthanasie. Dat laatste thema zet ze op de politieke agenda als andere politieke partijen dat nog niet aandurven. Begin 2018 ontvang ik een persoonlijk mailbericht van haar, met de vraag of ik als campagneleider van de gemeenteraadsverkiezingen in Oegstgeest nog handjes nodigheb voor het huis-aan-huis flyeren. Ze is dan zelf al ver over de tachtig. Een paar weken later ben ik voor het eerst bij haar thuis met een pakket flyers en een adressenlijst. Van alleen afleveren is geen sprake, ik blijf minstens een uur geboeid in gesprek. Het zal het begin zijn van een reeks bezoeken waarin we steevast de actuele politiek doornemen en de ontwikkelingen binnen de partij. Na haar overlijden besef ik pas goed dat haar politieke nalatenschap veel groter is dan ze zelf altijd deed voorkomen. Tijdens haar uitvaart vertelt D66-prominent Laurens Jan Brinkhorst over een baanbrekend artikel van haar hand. Mijn nieuwsgierigheid is gewekt. gewekt.            

Essay “Liberalisme in Nederland”

‘Liberalisme in Nederland’ schrijft Elida Tuinstra in 1980 op verzoek van VVD’er Marten Burkens, redactielid van het VVD-blad Liberaal Reveil. Hij vraagt of zij haar visie wil geven op het ‘liberalisme in Nederland’. Ze neemt de uitdaging aan en verricht enig historisch onderzoek. Het essay verschijnt in het blad Liberaal Reveil en een uitgebreide versie wordt geplaatst in Septentrion, een Belgisch-Nederlands Cultureel Tijdschrift. De inhoud van het essay leidt bij de VVD tot behoorlijk wat commotie. Binnen D66 wordt het gezien als baanbrekend en onderdeel van de gedachtevorming over de toekomst van de partij.               

In ‘Liberalisme in Nederland’ geeft Elida Tuinstra een overzicht van de oorsprong en de geschiedenis van het liberalisme, die teruggaat tot de renaissance. Ze staat uitgebreid stil bij de waarden van het liberalisme en neemt als uitgangspunt de definitie die VVD-oprichter P.J. Oud in 1958 heeft geschetst en uitgedragen. Deze luidt: ‘Liberalisme is het streven dat erop gericht is dat zoveel mogelijk in onze maatschappij de voorwaarden worden geschapen, waardoor de mens zich zo vrij mogelijk zal kunnen ontplooien. Wij zeggen dat het individu in de maatschappij in de eerste plaats komt en dat het in de laatste instantie altijd gaat om de mens’. De term ‘vrije ontplooiing’ is niet nader ingevuld en daar zit volgens Elida Tuinstra het probleem, of beter gezegd de uitdaging voor het liberalisme. 


Ze onderscheidt twee varianten: een statische en een dynamische. Een statisch vrijheidsbegrip hanteer je ‘als je de keerzijden van het industrialisatieproces, zoals de milieuvervuiling, weigert onder ogen te zien, wie buitenlandse arbeiders hiernaartoe haalt zonder de consequenties voor de bevolkingspolitiek daaruit te trekken, wie de energieschaarste vooral wil oplossen door snelle invoering van kernenergie en LNG, wie zonder nader onderzoek stelt dat meer winst meer werk oplevert’. Ze associeert dit type met conservatief liberalisme. Daar tegenover staat het dynamisch vrijheidsbegrip dat de noodzaak van samenhang wél ziet tussen maatschappelijke en economische processen en juist de mens en zijn directe omgeving vooropstelt. Een vorm die een actieve rol voor de overheid ziet om de gewenste ontwikkelingen te stimuleren waarbij het uitgangspunt moet zijn: economische groei is prima, maar niet ten koste van mens en milieu. Een ander belangrijk element is dat de mens vooral niet gevangen mag raken in de eigen welvaart. Ze associeert dit type met progressief liberalisme. Foto rechts: R. Bogaerts, Nationaal Archief          

Een klein uitstapje maakt Elida Tuinstra door in te gaan op de rol van politieke partijen voor de samenleving (liberaal of niet). Die zouden zich niet alleen met de praktische politiek van alledag moeten bezighouden maar juist ook begrip moeten hebben voor het verleden en een maatschappijvisie voor de toekomst. Ze neemt zelf het voortouw door haar essay af te sluiten met een visie op de toekomst van het liberalisme. Die wordt volgens haar niet alleen bepaald door invulling van het vrijheidsbegrip maar ook door het mensbeeld dat eraan ten grondslag ligt. De invulling van het mensbeeld speelt een belangrijke rol en bepaalt de richting. Het was (uitgerekend) Johan Rudolf Thorbecke, de grondlegger van het liberalisme in Nederland, die geen voorstander was van absolute vrijheid van het individu. Hij kende aan zowel het individu als de groep een eigen waarde toe en zag de rol van de staat als een instituut dat de voorwaarden schept waarin beide zich verder kunnen ontwikkelen. Dus geen passieve maar juist een actieve rol van de staat die meebeweegt met de tijd en de ontwikkelingen binnen de maatschappij. Dit laat zien dat ook het liberalisme een duidelijk emancipatiestreven nastreeft. Het mensbeeld van Elida Tuinstra sluit daar naadloos op aan en is mooi verwoord in haar levensmotto: ‘Een mens is niet alleen op de wereld. Hij leeft in een samenleving met anderen, in een sociale context, met zijn normen en waarden.’                                   

Nieuwe ruimte voor oude ideologieën

Terug naar nu. Waarom zou een essay uit 1980 juist nu weer nieuwe ruimte moeten krijgen? Je kunt bij voorbaat allerlei bezwaren bedenken waarom dat niet wenselijk is. De tijden, onze samenleving, welvaart en welzijn zijn drastisch veranderd. En toch zijn er zekere gelijkenissen te trekken als je in de geschiedenis van de jaren zeventig en tachtig duikt. Ons land ging in die periode gebukt onder de nodige crises. De energiecrisis, de politieke crisis en de monetaire crisis zorgden voor hoge inflatie, hoge werkloosheid en afname van het vertrouwen in de politiek. De Club van Rome waarschuwde in 1972 in haar rapport Grenzen aan de groei voor de effecten van economische groei op het milieu. Een rapport van het SCP in 1975 concludeerde dat mensen ondanks de gestegen welvaart ontevredener, ongelukkiger en banger worden. Ook toen rees de vraag: hoe verder? 

 We staan nu, net als in de tijd dat Elida Tuinstra haar essay schreef, aan de vooravond van belangrijke Tweede Kamerverkiezingen. Grote uitdagingen wachten op een daadkrachtige en structurele aanpak. Dit vereist moed, zeker in tijden van populisme en polarisatie. Het is een uitgelezen kans voor politieke partijen om kleur te bekennen en te laten zien voor welk gedachtegoed ze staan. Dat geldt zeker ook voor de liberale partijen. Elida Tuinstra heeft in ‘Liberalisme in Nederland’ duidelijk neergezet wat het progressief liberalisme (wat later het sociaal-liberalisme is gaan heten) in zou moeten houden en wat dat oplevert. Een samenleving waar het draait om welvaart én welzijn, om rechten én plichten en waar het individu onderdeel is van het grote geheel. Waar kwantiteit niet de boventoon moet voeren maar waar het juist gaat om het verbeteren van de kwaliteit. De kwaliteit van de leefomgeving, van het onderwijs, van de mens ten opzichte van zijn medemens. Het is en blijft belangrijk om waakzaam te blijven tegenover andere liberale partijen, waaronder de VVD, die in de praktijk verzuimen om het ‘echte’ liberalisme toe te passen zoals het ooit was bedoeld.  Als het essay van Elida Tuinstra ons iets leert is dat de ideologie van het progressief liberalisme van toen nog steeds de basis kan zijn voor de ontwikkeling van nieuwe ideeën om de uitdagingen van nu het hoofd te bieden.

Dit artikel is gepubliceerd in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over ruimte voor nieuwe ideeën (oktober 2023).

Pastoorswetering





 
 
 
 
Info
Instagram
LinkedIn